Hetty Wilming overleden

door Elly Waterman

Op 11 februari 2024 is mijn lieve vriendin en kunstmaatje Hetty Wilming overleden. Zij heeft zich ook jarenlang ingezet voor KUNSTaandenRIJN.

Hetty werkte vaak in de KUNSTKajuit en heeft vele jaren exposities bij bedrijven georganiseerd voor Woerdense kunstenaars. Ook hielp zij mee bij de uitreiking van de RijnKUNSTprijs en dacht zij mee over onze organisatie.

Hetty was erg bescheiden, en heeft vrijwel haar hele leven in Woerden gewoond. Door die bescheidenheid zullen niet veel mensen haar kennen, maar zij was een trouwe vriendin voor mensen die haar waardeerden en die zich voor haar interesseerden.

Hetty zette zich in voor de klompenpaden. Ze interesseerde zich voor follies en verzorgde jarenlang het tijdschrift PorteFolly van de Donderberggroep. Daarnaast maakte ze haar eigen kunstwerken, veelal van textiel, zoals te zien op haar website, Het Pauwtje Creaties, genoemd naar het woonhuis van haar vader, Pauw.

Hetty studeerde museologie aan de Reinwardt Academie en was daarna assistent conservator bij musea als Huis Doorn, De Wieger (Deurne) en het Catharijneconvent. Later specialiseerde zij zich in digitale ontsluiting, beheer en databases, niet alleen voor kunstcollecties maar ook in haar werk als database marketeer bij KRO-NCRV en de laatste jaren bij Hollister Incorporated, een bedrijf dat medische hulpmiddelen levert.

Ik heb Hetty in 2019 leren kennen, bij een tekencursus die ik organiseerde voor KUNSTaandenRIJN. Ik herinner mij dat ze een geliefd lampje tekende. Toen ik haar later beter leerde kennen merkte ik dat ze een voorliefde had voor mooie dingen. Haar huis stond vol herinneringen en ze struinde vaak met haar partner Anton braderieën en markten af.

Foto’s Studio Breek

Later gingen Hetty en ik samenwerken en probeerden we ons te bekwamen in “droge naald.” Zij maakte o.a. een droge naald ets van een ruïne van een kasteel, waar ze zelf een foto van gemaakt had. Een moeilijk onderwerp door alle structuren en grijstonen, maar het is gelukt. Nog later gingen we samen ontdekken hoe we konden monoprinten. Toen we daar wat op uitgekeken raakten gingen we aan de gang met linoleum snijden. We bewonderden elkaars werk, hielpen elkaar, en leerden van elkaar, terwijl we elkaar over ons dagelijks leven en ons verleden vertelden. 

Lino van Hetty

Hetty werd voor mij een goede vriendin en ik zag haar elke week. Het was heel bijzonder om op mijn leeftijd nog zo een contact te ontwikkelen. Het samenzijn met Hetty was altijd heel fijn. Zij had een open mind en vond niks geks, ik denk dat wij elkaar goed begrepen, dat we een soort zielsverwanten waren. Hetty was een zelfstandig denkende vrouw, die de nodige weerstand in haar leven had overwonnen. Maar ze heeft veel van haar leven gemaakt. Hoewel het eigenlijk niet meer nodig was, zocht ze weer een baan, bij Hollister, waar ze zich al gauw onmisbaar maakte. Hetty had een kritische houding en dacht altijd goed na, Ze heeft veel mooie reizen gemaakt, en ze had zo graag nog meer verre reizen willen maken.

Hetty was veel bezig met haar huis, verzorgde haar mooie tuin met veel liefde. Ik kocht dezelfde heuchera met oranje blad die in haar voortuin stond en kreeg een stekje van een bijzondere plant met driehoekige bladeren. Ze vertelde mij over haar werk bij Bredius, bij de klompenpaden en bij de Donderberggroep. Hetty was altijd betrokken bij haar familie, haar partner en diens zoon. Zij ging vaak naar haar oude tante, die overleed, net voordat Hetty zelf ziek werd.

Hetty heeft een heel mooi leven gehad en heeft daar volop van genoten. Dat blijkt wel uit de foto’s hierboven en de foto’s die te zien zijn bij de videostream van de uitvaart waar ze altijd vrolijk opstaat. Maar Hetty is veel te jong gestorven, ze is niet aan haar pensioen toegekomen, en ook haar partner Anton en haar zoon Stan hadden haar nog zo graag lang bij zich gehad. Ook ik mis Hetty heel erg.

Ideeën voor Valentijnsdag 2024

Op 14 februari is het Valentijnsdag. De gewoonte om je geheime liefde bloemen of kaarten te sturen is ontstaan in Engeland. Misschien vind je het interessant om te lezen hoe de uitvinding van de postzegel effect had op het sturen van kaarten aan je geliefde. Met de postzegel werd het versturen van post namelijk veel goedkoper. Dat staat op de Engelstalige Wikipedia.

Maar veel leuker dan een kant en klare kaart te sturen is het om een klein kunstwerkje te maken voor een speciaal persoon. Het hoeft natuurlijk niet voor een geliefde bestemd te zijn. Iedereen zal blij zijn met een uiting van vriendschap. Is het kunst? Dat hangt van je definitie af. Is het leuk?

Hieronder een paar ideeën

  • Maak een onderzetter voor je Valentijn. Knip een rondje uit karton en beschilder het toepasselijk met acrylverf. Eventueel nog een laagje glanzende vernis erop. Natuurlijk kan je ook hout gebruiken voor een degelijker resultaat. Kop thee of koffie erop. Wie zou niet blij zijn met zo een lieve attentie?
  • Een versierd vaasje. Neem een groot recht glas. Knip stevig papier zodat het er omheen past, houdt wat ruimte voor een plakrand. Versier het papier met vrolijke kleuren. Plak het op het glas. Doe er een paar rozen of andere bloemen in.
  • Een oud kussensloop. Je hebt misschien wel een oud kussensloop liggen in je kast. Versier het met textielverf, laat drogen en doe er een kussen in. Leg het als verassing klaar voor je bezoek op de bank, of op bed voor je geliefde.
  • Bloemen van eierkarton. Met gebruikte eierkartons is zoveel mogelijk. Knip de verdiepte rondjes eruit. Maak rafelige of gekartelde randjes. Beschilder ze met acrylverf in de lievelingskleuren. Aan beide kanten uiteraard. Geef de hartjes van de bloemen een contrasterende kleur. Leuk is om ook de buitenrand een andere kleur te geven. Zet de bloemen op een dienblad of om de tafel feestelijk te dekken. Of monteer ze op ijzerdraadjes voor een klein boeketje.
  • Je eigen ding? Heb je je eigen “ding” gemaakt, of een van de ideeën hierboven? Stuur ons dan een foto op voor de volgende nieuwsbrief.

Veel succes en een fijne Valentijnsdag gewenst!

Teleurstellende reactie van de gemeente Woerden

Disappointed soul – Ferdinand Hodler –>

Op 15 juni bood Ton IJlstra, voorzitter van het bestuur van de Stichting KUNSTaandenRIJN, aan wethouder Jelmer Vierstra van o.a. Cultuur, een document aan met 10 ideeën om cultuur zichtbaarder te maken in het optreden van de gemeente Woerden. Hier kunt u de reactie lezen van de gemeente Woerden.

De ideeën die door KunstaandenRijn waren bedacht om kunst meer zichtbaar te maken in het doen en laten van de gemeente zijn hier te lezen.

Reactie van de gemeente Woerden

Wethouder Vierstra was in zijn eerste primaire reactie positief over het gebaar om de tien ideeën aan te bieden. Hij beloofde een reactie van de gemeente.

Die reactie ontvingen we op 4 juli 2023. Eerlijk is eerlijk…. KUNSTaandenRIJN is niet erg enthousiast over de reactie. De grote lijn in de reactie op deze kleine ideeën is eigenlijk dat er niet veel kan. Op de suggestie om ‘Cultuur’ op te nemen op de website van de gemeente is de reactie dat er zal worden getracht een link in te voeren naar het Cultuurplatform, dat “moet de site zijn waar je alles op kan vinden.” In andere gemeentes is het wel mogelijk om een paragraaf Cultuur op te nemen op de website van de gemeente. In Woerden kan dat kennelijk niet.

Op de suggestie om hedendaagse kunst in het gemeentehuis op te hangen wordt inmiddels wel gevolg gegeven. Er wordt … overigens op initiatief van Frans Lander die enthousiast op het idee reageerde … een commissie opgericht die dat op zich neemt.

De website van de gemeente zou ook niet het aangewezen vehikel zijn om elke dag een kunstwerk van een Woerdens kunstenaar te tonen. Waarom eigenlijk niet? Zo zou de gemeente laten zien dat ze trots is op de Woerdense kunstenaars. Er staan immers wel foto’s op van de openbare ruimte. De gemeente gaf aan dat KUNSTaandenRIJN dit zelf kan oppakken. Ja, dat kunnen we wel, maar hoeveel mensen bezoeken onze website en lezen onze facebook pagina? Dat staat in geen verhouding!

Ook het in beeld brengen van Woerdense kunst tijdens persconferenties is niet uitvoerbaar. Zoals het ook niet mogelijk is de gemeentegids te completeren op cultureel vlak “De actie ligt bij de verenigingen.” Ook het vernieuwen van kunst in de openbare ruimte kan niet zomaar, maar de gemeente wil het stadsmuseum ook niet de opdracht geven dit te onderzoeken. Evenmin als het voordragen van een beeldend kunstenaar voor de tweejaarlijkse cultuurprijs. Op deze manier wordt de beeldende kunst onderbelicht.

De suggestie om jubilerende beeldende kunstenaars te laten bezoeken door burgermeester of wethouders wordt afgedaan met de opmerking dat ze moeten worden uitgenodigd. Alsof beeldende kunstenaars dat zouden doen!

Tenslotte wordt ook het voorstel om een kunstambassadeur binnen de gemeente te benoemen afgewezen.

Al met al nogal een teleurstellende reactie van de gemeente Woerden. De gemeente vindt het fijn als er constructieve voorstellen uit de gemeenschap komen, maar als die dan komen dan zijn er vele obstakels die verhinderen dat die voorstellen worden uitgevoerd.

Heeft u ook een idee om kunst meer zichtbaar te maken in het dagelijkse doen en laten van de gemeente? Stuur ons uw idee misschien dat onze stichting er ooit nog eens wat mee kan doen!

Stormhuis Margreet Klaverdijk

Margreet Klaverdijk maakte “onze” folly

Elly Waterman, KUNSTaandenRIJN

In februari 2023 is in Woerden het Stormhuis geplaatst. Het is een zogeheten folly, een gebouw dat volgens Wikipedia uitsluitend een decoratief, kunstzinnig of ludiek doel dient. Het Stormhuis staat langs het Kromwijkerpad en is goed te zien vanuit de auto als je op de Burgemeester van Zwietenweg rijdt richting A12. Maar wandelend of met de fiets kan je er veel dichterbij komen. De komende twee jaar is het onze eigen, Woerdense Folly.

Dit is aanleiding voor vragen aan de maakster, Margreet Klaverdijk.  

Welke band heb je met Woerden?

Ik woon op een woonboot in Utrecht, maar ik kwam in Woerden, toen ik mij inschreef als deelnemer voor Singelkunst. En ik werd uitgekozen om mee te doen! Het grote beeld Handstand1 dat ik daarvoor maakte stond in het water bij de Burgemeester Vosbrug. Dat beeld is gemaakt van piepschuim en een harde laag, polyurea. Het is het beeld van een man die op één hand staat. Misschien heb je het gezien in 2022?

Hoe ben je ertoe gekomen om beeldhouwer te worden?

Ik werkte eerst als mondhygiënist. Ik vond het fijn om mensen te helpen en hun monden mooi en gezond te maken. Ik ben nu eenmaal een perfectionist. Maar ik kwam er achter dat ik nog liever zelf mooie dingen wilde maken. Liefst beelden, maar tussendoor een kinderkamer opknappen vind ik ook leuk! Daarom heb ik een kunstopleiding gedaan en allerlei cursussen. Onder andere bij René van der Wiel in de Meern. Ik ben al 10 jaar bezig met beeldhouwen. Ongeveer drie jaar geleden ben ik gestopt als mondhygiënist en nu ben ik dus fulltime beeldenmaker.

Margreet Klaverdijk met de replica van het Stormhuis

In het park bij opleidingscentrum De Baak in Driebergen staan twee beelden van mij, onder andere een geheel witte figuur die een duik in de vijver lijkt te nemen. Mijn beelden zijn te huur. Dat is leuk voor zo een bedrijf, dan kunnen ze nog eens wisselen.

Maar waarom heb je dit Stormhuis gemaakt?

Ik was ooit in Schotland op vakantie, en daar kwamen we in een dorpje waar alles van golfplaten was gemaakt. De huizen, het hele dorpje, zelfs de kerk was van golfplaten gemaakt. Die huizen waren niet zo scheef als het Stormhuis, en ze hadden ook ramen. Ik vroeg mij af waarom die huizen zo waren, zo verweerd door weer en wind, in het woeste en lege landschap. Ik heb daarna het eerste model van het Stormhuis ontworpen.

Hoe ging dat ontwerpen in zijn werk?

Het eerste model van het Stormhuis gemaakt was van staalplaat, 30 cm hoog. Dat heb ik zelf aan elkaar gelast, eigenlijk zonder bouwtekening, gewoon net zo lang passen en meten tot het goed was. Toen heb ik een model gemaakt van golfkarton. Dat zou gaan dienen als een soort bouwtekening. Ik kwam erachter dat het geheel als het van staalplaat gemaakt zou worden veel te zwaar zou zijn. De definitieve versie is gemaakt van zwarte golfplaten, eigenlijk net als die huizen in Schotland. De golfplaten maken een boeiend lijnenspel en versterken de richtingen.

Met de Folly Het Stormhuis heb ik in 2018 deelgenomen aan “Folly Art Norg” in Drenthe. Ik kreeg daar heel veel positieve reacties. Daarna is hij uit elkaar gehaald en opgeslagen. Totdat ik in contact kwam met de persoon die een stuk land in Woerden bezit.

Hoe heb je het Stormhuis in Woerden neergezet?

Het Stormhuis bestaat uit muurdelen en dakdelen. Het hele gevaarte is 4 meter hoog, dus dat zet je niet even overeind. Met mijn partner Ernst en mijn drie zonen hebben we hem overeind gezet. De golfplaten zijn op een houten skelet vastgemaakt.

Dat opbouwen was heel heftig, want het is passen en meten. We zijn er lang mee bezig geweest. Twee weken voorbereiding en toen nog twee maanden in Woerden. Omdat alles aan het Stormhuis scheef is, moesten de golfplaten soms worden aangepast zodat het perfect in elkaar zat. Vertelde ik je al dat ik een perfectionist ben? Lastig voor mijn familie, maar ik ben nu heel tevreden over het resultaat. Ik denk dat de Woerdenaren van het Stormhuis gaan genieten.

O ja, wat ook tijd kostte, is dat ik eerst een omgevingsvergunning moest aanvragen. Die heb ik van de gemeente gekregen, voor een periode van twee jaar.

Zou het niet jammer zijn als het Stormhuis weg moet? We gaan hem missen..

Jazeker, ik denk dat het boeiend en markant object is in het landschap van het Groene Hart. Ik ben benieuwd hoe hij het houdt op deze open plek. Het kan gebeuren dat het Stormhuis met een zware storm omwaait. Maar gelukkig heb ik voor alle Woerdenaren ook een replica gemaakt, een klein model van gietsteen. Dat is erg degelijk, je kan het miniatuur Stormhuis ook in de tuin zetten. Ze zijn binnenkort voor 125 euro te koop via mijn website.

Replica Stormhuis Margreet Klaverdijk, 15x10x14 cm, gietsteen.

Wat ga je hierna doen?

Er ligt een nieuwe Folly als het ware op de plank, die wil ik natuurlijk heel graag realiseren. Ook ben ik met andere beelden bezig. Ik ben lid van het Montfoorts kunstenaarscollectief, zodat ik daar ook kan werken.

Waar kunnen mensen meer over jou te weten komen?

Herinneringen aan Ido Vunderink

Door George de Wrede

Is het niet wonderlijk dat een mens zich bepaalde herinneringen uit het verleden, die in het geheugen liggen opgeslagen, pas weer voor de geest kan halen als er een andere gebeurtenis plaatsvindt? Dit overkwam mij toen ik in de krant een overlijdensbericht las. Ik doel op het overlijden van kunstenaar Ido Pieter Vunderink (1935 – 2021).

De kunstschilder van Het Groene Hart stierf deze zomer op 86- jarige leeftijd. De diverse media brachten het nieuws. Gedurende Ido’s lange arbeidzame leven werd in ruime mate aandacht besteed aan zijn kunstenaarschap. Meest compleet is zonder enige twijfel de biografie van de hand van Cees Straus. Persoonlijk lees ik dergelijke levensbeschrijvingen graag omdat het je als lezer dichter bij de mens en zijn kunstuitingen brengt. In het onderstaande wil ik u kond doen van een bijzondere ontmoeting die ik ooit, samen met mijn goede vriend Roel van der Bij, had met de kunstenaar uit de Meije.

Het was in de tijd dat Gerrit Luidinga als voorzitter van onze Kunstkring, Ido had overgehaald om lid te worden van de vereniging. De aanwezigheid van zo’n grote kunstenaar in je midden kon immers alleen maar een goede invloed hebben op het werk van de andere leden? En inderdaad, Ido verzorgde boeiende avonden waarbij hij er niet tegenop zag om, vanuit zijn woonplaats, grote aantallen schilderijen mee te nemen. Bijgestaan door connaisseur Frans Lander werd nader ingegaan op vorm en inhoud. In die dagen resideerde de Kunstkring nog in de Havenstraat te Woerden en waren er tijdens exposities openingsuren voor het publiek. Individuele leden hielden bij toerbeurt toezicht als gastheer/vrouw annex suppoost. Maar vooral bij slecht weer bleven de bezoekers weg en had je als ‘oppasser’ alle tijd van de wereld om de tentoongestelde werken nauwkeurig te bestuderen.

Ik vermoed dat juist daar mijn fascinatie voor de abstracte landschappen van Ido is ontstaan. Zijn werk: “Rivier de Meije” (zie afb.) bracht mij in vervoering omdat dit doek qua zeggingskracht sterk appelleerde aan het gevoel dat ik kreeg als ik langs deze rivier fietste.

“Rivier de Meije” 70 x 100 cm, olieverf op doek, Ido P. Vunderink, 2004.
Foto Stadsmuseum Woerden,
beschikbaar gesteld voor educatieve doeleinden.

Op zo’n middag zonder bezoekers kon ik de schildering van dichtbij bekijken en analyseren. Ik kwam tot de conclusie dat dit olieverfschilderij met zijn blauwe, groene en turquoise vlakken in al zijn eenvoud een absoluut meesterwerk was. Overmoedig geworden door Ido’s lidmaatschap van dezelfde vereniging zette ik als ‘collega’ mijn bevindingen op papier en stuurde het epistel naar hem op. Vervolgens gebeurde er lange tijd niets en vergat ik mijn eigen vrijpostigheid als zelfbenoemd kunstcriticus. Groot was mijn verrassing toen op een avond de telefoon ging en Ido met zijn raspende stem zijn waardering uitsprak voor mijn beeldonderzoek. We hadden een leuk gesprek over het verschil tussen zien en kijken en aan het eind nodigde hij mij uit om eens bij hem langs te komen.

Natuurlijk was ik vereerd maar ik durfde toch niet op zijn uitnodiging in te gaan. Ach, ziet u het al voor zich? Op een regenachtige avond aanbellen bij de poort van zijn landgoed en dan melden: “Hallo Ido, ik ben een bewonderaar van jou, mag ik even binnenkomen?” Enfin, u begrijpt het al; het kwam er domweg niet van. Vermoedelijk was ik niet de enige met een ‘Kleinduimpje complex’ want tegenover Roel van der Bij klaagde Ido dat er van de vereniging nooit eens iemand bij hem op bezoek kwam. Ido daarentegen liet zich op de Kunstkring ook steeds minder zien dus van de gedroomde kruisbestuiving kwam weinig terecht. Toch had Ido wel degelijk belangstelling voor de verrichtingen van andere leden! Dappere Roel besloot op goede dag de stoute schoenen aan te trekken en met een map vol foto’s van zijn eigen werk af te reizen naar galerie ‘Vermeije’ te Zegveld. Daarbij nodigde hij mij uit om hem te vergezellen. Aldus vertrokken wij als ‘kunstbroeders’ samen naar Zegveld. Kunt u zich nog de journaalbeelden op tv herinneren van het bezoek van toenmalige premier Jan Peter Balkenende en zijn vroegere minister van Buitenlandse zaken Jaap de Hoop Scheffer aan het Oval Office te Washington? Zichtbaar ongemakkelijk en zwaar onder de indruk schuifelde dit gelegenheidsduo met onzekere tred door de magische ruimte van het Witte Huis. Wat ik mij van de eerste ogenblikken herinner toen Roel en ik, Ido’s heiligdom betraden komt sterk overeen met het gevoel dat die twee bewindslieden gehad moeten hebben bij hun visite aan George W. Bush. Alleen al de afmetingen van Ido’s atelier/expositieruimte met die imposante marmeren vloer maakt een mens verlegen.

Aan de wand hingen, mooier uitgelicht dan in elk willekeurig museum, enorme doeken van eigen makelij. Hoe zou een mens niet onder de indruk kunnen geraken van dat immense terrein met die aparte ruimte voor de salon? Ascetisch ingericht gelijk een klooster met stenen plavuizen, lederen banken en een enorme open haard. Ramen van vloer tot aan het plafond bieden je een panoramisch uitzicht op het omringende landschap. Pas daar besefte ik hoe futiel mijn lofzang op dat ene schilderij in Ido’s oren moet hebben geklonken. Maar ook Roel’s meegebrachte fotoboek zag ik steeds dieper verdwijnen tussen de kussens van de bank. Zowel Ido als zijn levenspartner Lex deden er alles aan om ons op ons gemak te stellen. We werden gastvrij onthaald met koffie en gebak en later volgde nog een goed verzorgde lunch. Ido nam alle tijd. Hij was vol belangstelling voor onze activiteiten als ‘semiprofessioneel’ kunstenaar en bekeek met aandacht de foto’s van het werk van Roel. Zijn opbouwende kritiek sneed hout.

Tot mijn verbazing hechtte hij, bij het bekijken van een groot doek aan de wand, veel waarde aan mijn mening als beeldbeschouwer. Ik vertelde hem dat ik lesgaf en mijn leerlingen leerde om uitingen van beeldende kunst te onderzoeken. Later volgde nog een rondleiding op de zolderverdieping waar ontelbaar veel schilderijen in rekken stonden opgeslagen. Hij vertelde dat hij de realistische portretten vooral maakte om aan de buitenwacht te laten zien dat hij zijn vak verstond.

De schilder is niet meer maar zijn kunst leeft voort tot op de dag van vandaag! De portretten die hij van zijn moeder heeft gemaakt zijn nog even virtuoos. Maar is het niet absurd dat kunstenaars die bij voorkeur abstract werken niet zelden het verwijt naar hun hoofd krijgen dat ze kunst maken die het ‘kleine zusje’ ook kan maken? Hoeveel mensen beseffen eigenlijk dat abstracte kunst misschien geen herkenbare voorstelling heeft maar nooit betekenisloos is? Ido had commercieel gezien veel succes. Hij verkocht zijn abstracte werken in binnen- en buitenland voor hoge bedragen. Maar geld betekent voor een kunstenaar slechts vrijheid.

De keerzijde van succes kende hij eveneens. Ik herinner mij nu weer als de dag van gisteren hoe wij in de late middagzon met een omhelzing afscheid namen van elkaar. In het pre-coronatijdperk mocht je je medemens tenminste nog aanraken. Uitgezwaaid en met het hoofd in de wolken reden we in opperbeste stemming terug naar Woerden. Anno 2021 lijken al die gebeurtenissen een eeuwigheid geleden. Ido maakte schilderijen om naar te kijken en hij wilde het beeld zelf zijn verhaal laten doen.

Vanuit een voortschrijdend inzicht zou ik een kunstschilder van zijn formaat nu nooit meer ‘lastigvallen’ met de analyse van één schilderij. Zo’n kunstwerk vormt voor een kunstenaar slechts een tussenstop op de route van zijn eigen ontwikkelingstraject. Kunstenaars zijn over het algemeen ook helemaal niet bezig met wat hun werk precies beduidt. De schrijver Godfried Bomans heeft dit fenomeen al eens treffend verwoord: “Een kunstenaar beeldt uit maar de interpretatie van het werk valt buiten zijn provincie”. Kunstkenners daarentegen die aan een breed publiek, in woord en beeld in begrijpelijke taal kunnen uitleggen hoe knap zo’n kunstwerk in elkaar zit zijn zeldzaam. Zij bewijzen onervaren kijkers beslist een dienst. Maar kennis en inzichten van een beeldonderzoek dienen vooral een educatief doel. Daarbij geldt overigens dat je kunst niet op een foto maar in het echt moet zien.

Ido’s werk kun je op veel plaatsen tegenkomen en voor het bekijken van een heel groot schilderij hoef je niet eens zo ver. In het gemeentehuis van Woerden hangt zijn laatste schildering. Het betreft een doek van maar liefst 3 bij 4 meter. Dit kunstwerk is een abstracte weergave van de natuur in het Groene Hart. Het landschap in zijn eigen achtertuin inspireerde de kunstenaar bij het maken van dit megaschilderij. De schilder voltooide het werk drie jaar voor zijn dood en liet daarmee een kolossaal visitekaartje achter. Ook hier voeren blauw en groen, als ‘n verwijzing naar gras en lucht, de boventoon. De titel van het werk luidt toepasselijk: “Het Groene Hart.” Ach, er valt zoveel te vertellen over dat schilderij maar ik vermeed bewust om een afbeelding van het kunstwerk aan mijn tekst toe te voegen. Waarom vraagt u zich af? Het antwoord luidt dat een afbeelding van zo’n magistraal werk niet meer is dan een slap aftreksel van het origineel. Om een kunstwerk als dit echt te kunnen beleven is het beter dat u gaat kijken!

Aanbevolen literatuur:

Een kunstvertelling in coronatijd

Afbeelding 1. James Ensor, zelfsportret met maskers
Afbeelding 1. James Ensor, zelfsportret met maskers, 1899

Door George de Wrede, mei 2021

Bent u met deze wonderlijke coronadagen ook zo blij met uw kunstboeken? Ik wel in ieder geval! Met de dichte musea, gesloten bibliotheken en boekhandels met beperkende maatregelen stokt bij mij de toevoer van vers leesvoer. Ik mis het dwalen langs volle boekenrekken alsook het grasduinen in stapels met nieuw uitgekomen werk.

Hoewel ik van nature een ordelijk mens ben geldt dit beslist niet voor mijn verzameling kunstboeken. Waar sommigen het liefst ordenen op grootte en/of kleur vind ik de chronologische volgorde van de elkaar opeenvolgende stijlen van mijn kunstboeken belangrijker dan esthetiek. Het nadeel hiervan is dat er onregelmatige horizontale stapelingen ontstaan die het raadplegen van een bepaald boek lastiger maakt. Dikwijls komen er, bij het pakken van het exemplaar van mijn keuze, ongewild meerdere boeken tegelijk mee.

Zo kon het gebeuren dat afgelopen week een monografie over de Vlaamse kunstschilder James Ensor (1860 – 1949) vanaf de derde plank naar beneden kwam zeilen. Voor een meer dan 45 jaar oud boek biedt een dergelijke vrije val niet de beste overlevingskansen. De toch al gehavende lijmrug liet meteen los en zorgde voor een waaier van papier op de vloer. Toen ik geërgerd de losse bladen weer opraapte viel mijn oog op de fraaie kleurenafbeelding van een schilderij getiteld “Zelfportret met maskers”. James Ensor schilderde dit doek in 1899 maar ik vind het 122 jaar later nog steeds fascinerend. In het onderstaande leg ik u graag uit waarom.

We zien de schilder, getooid met een rode met bloemen en veren versierde hoed, als een soort Rubens afgebeeld (zie afb. 1 en 3). Te midden van een menigte met maskers getooide mensen is hij de enige zonder gezichtsbedekking. Die zee van kartonnen gezichten laat alle mogelijke uitdrukkingen van menselijke emoties zien. Perspectivisch gezien lijkt mij het zelfportret van Ensor wat aan de grote kant. De gezichtsuitdrukking van de schilder houdt het midden tussen sceptisch en perplex.

Qua omgeving en situatie doet het tafereel mij sterk denken aan een feest met gemaskerde deelnemers zoals bij een carnavalsoptocht. Veel tronies zijn daarbij recht van voren afgebeeld maar bij een aantal zien we ook andere aanzichten zoals: van opzij, driekwart en schuin van onderen. Naast de verzameling karikaturale koppen maakt ook een aantal doodshoofden deel uit van deze voorstelling.

Zoals dat met gecompliceerde beelden vaker het geval is heeft Ensor meerdere beeldaspecten gehanteerd. Draait u de voorstelling op z’n kop (er ontstaat dan een versierd plat vlak) dan ziet u behalve de compositie ook lijnen, vlakken, kleuren, tonen, vormen, richtingen, texturen, contrasten. Maar het meest in het oog springend zijn toch: compositie, kleur en contrast. De schilder verdeelde de lichte en donkere partijen bijvoorbeeld op een evenwichtige manier over het beeldvlak.

Gelet op de hanteringswijze van het materiaal is het persoonlijk handschrift van de kunstenaar duidelijk zichtbaar. De stijl van werken is schilderachtig en de mogelijkheden die olieverf biedt zijn ten volle benut. Als u inzoomt op de details dan ziet u pas hoe interessant de verfhuid is.

Qua werk is Ensor niet zo gemakkelijk onder te brengen in één bepaalde kunststijl. Van een impressionistisch schilder ontwikkelde hij zich via het Fauvisme richting Expressionisme. Anders gezegd: hij bedient zich gedurende zijn hele leven van verschillende stijlen naast elkaar.

Afbeelding 4. De kruisgang van Jeroen Bosch

Zo’n hoofdfiguur, die te midden van karikaturale koppen is afgebeeld, doet mij denken aan een schilderij van Jeroen Bosch uit 1515 getiteld: “De Kruisgang” (zie afb. 4) waarin Jezus, overmand door droefheid, wordt omgeven door afzichtelijke types. Het kan haast niet anders of Ensor heeft dit werk van de oude meester bestudeerd al ligt bij hem de focus anders. Ensor was een kunstenaar vol zelfspot en stond als mens op gespannen voet met zijn omgeving. Zijn mensbeeld was nogal somber. Ik denk dat de schilder ons duidelijk wil maken dat wij allemaal liever een masker dragen dan onszelf te laten zien zoals we echt zijn. En daarmee zie ik meteen een parallel met onze tijd. Een masker opzetten in figuurlijke zin is iets wat wij vandaag de dag ook goed kennen. In Ensors tijd bestond er natuurlijk nog geen Facebook of Instagram. Maar onze wens om digitaal een zo gunstig mogelijk publiek profiel te bouwen om je daarmee in de kijker te spelen is actueler dan ooit!

Een tweede reden waarom het beeld mij persoonlijk raakt is gelegen in het feit dat ik een individu zie te midden van heel veel anderen. Een menigte associeer ik tegenwoordig met gevaar voor besmetting. Onze huidige ‘anderhalve meter samenleving’ vraagt immers dringend om de drukte niet op te zoeken. Al meer dan een jaar zijn we nu gedwongen om afstand te houden van onze medemens. En zolang het virusmonster niet wereldwijd is verslagen zullen we afstandelijk met elkaar moeten blijven omgaan. Knuffelen en elkaar omhelzen zal voorlopig nog lange tijd onverstandig blijven. Misschien komt het zelfs wel nooit meer terug. Ensor daarentegen verwijst naar de wereld die wij vroeger kenden: die van het ‘oude normaal’ waarin helemaal geen afstandsbeperkingen golden.

Rest mij tot slot nog iets te melden over de monografie die zo ongelukkig ten val kwam. Een dergelijk boekwerk, van de hand van auteur Paul Haesaerts over werk en leven van de kunstenaar James Ensor, bestaat in deze vorm niet meer. De kleurenreproducties zijn ondanks de hoge ouderdom nog steeds voortreffelijk en werden apart in het boekwerk gelijmd. Om recht te doen aan de hoge kwaliteitsnorm zowel qua vorm als inhoud, rest mij geen andere keuze dan op zoek te gaan naar een goede boekbinder die dit meesterwerk voor mij kan herstellen. Een ander plekje in de boekenkast lijkt mij sowieso verstandiger.

Monografie:
Haesaerts, P.
James Ensor
Lannoo
Tielt – Utrecht
1973

Storytelling and the sense of art

Door George de Wrede

Inleiding

Er is sprake van ‘storytelling’ als droge feiten verbonden worden door een ‘dramatische’ verhaallijn. Dat klinkt schokkend maar er wordt mee bedoeld dat ze in dat geval beter doordringen bij de lezer of luisteraar en hierdoor langer onthouden worden. Het vertellen van verhalen bestaat al zo lang als de mensheid beschikking heeft over vuur en mensen tijd en gelegenheid kregen om elkaar rondom het kampvuur verhalen te vertellen.
Toen de religie zijn intrede deed, werd verhalen vertellen nog veel prominenter. Er was – en is – namelijk maar één manier om spirituele ervaringen met elkaar te delen en dat is door middel van het vertellen van – vaak mystieke – verhalen. Zelfs het bedrijfsleven zet tegenwoordig storytelling in als middel om een bedrijfsverhaal te formuleren. Voor het nastreven van hoge omzetcijfers is dat een doel dat de middelen heiligt.

Binnen de kunstensector is het verhaal achter het kunstwerk ook steeds belangrijker geworden. Tegelijkertijd kun je stellen dat de beeldende kunst al aan zichzelf genoeg heeft. Een beeld zegt immers meer dan duizend woorden. Maar hoe zit het dan met voorwerpen die ooit als alledaagse gebruiksartikelen in het museum terecht zijn gekomen?

In de onderstaande tekst neem ik je mee in een bijzondere vorm van storytelling. Ik doe dit aan de hand van een (kunst) voorwerp uit de collectie van Stadsmuseum Woerden. Ik koos voor een middeleeuws zwaard dat je sinds 2016 als archeologische vondst kunt bezichtigen.

Objectieve informatie

Wie naar de zolderetage van het gebouw klimt, kan het niet missen. Ondergebracht op de afdeling ‘Romeinse bodemschatten’ zie je in de glazen vitrine een tweesnijdend Frankisch zwaard. Het is circa 90 cm lang en wordt ook wel aangeduid met het woord ‘spatha.’

Het gevest van het zwaard (knop en handvat) is versierd met ingelegde zilveren plaatjes. Aan de bovenzijde van de pareerstang zijn twee geometrische versieringen aangebracht. Het is duidelijk dat een vakman dit wapen heeft gemaakt. De naam van de maker is helaas niet bekend.

Het gevest van het zwaard.
In het midden de pareerstang met de twee geometrische figuren

Toen het zwaard, bij archeologisch onderzoek in 2012, in de binnenstad van Woerden werd gevonden zaten er nog resten van een houten schede aan het zwaard. Bij de restauratie heeft men dit aan de achterzijde zo gelaten en heeft men de voorzijde willen tonen als steek/slagwapen.

Dit ijzeren slagzwaard is, samen met menselijke skeletresten uit de achtste eeuw, gevonden binnen de grenzen van het voormalig terrein van het Romeinse Castellum te Woerden. Het zwaard is vermoedelijk een ‘bij-gift’ in het graf van een (lokale) edelman. De lokale elite in onze streken werd vermoedelijk ingelijfd in de machtsstructuur van de Frankische heersers.

Overzicht feiten

  • Als Het Romeinse rijk in de derde eeuw n. Chr. ineenstort vertrekken de Romeinen uit de lage landen en blijven forten onbeheerd achter. Zo ook het castellum te Laurium zoals Woerden toen werd genoemd.
  • Het Frankische rijk ontstaat tussen de 3e en de 10e eeuw. De Franken nemen als nieuwe machthebbers de plaats van de Romeinen in.
  • In onze streken betwisten rond 600 n. Chr. Franken en Friezen elkaars grondgebied.
  • Frankische machthebbers zoals Karel Martel steunen missionarissen die het christelijke geloof in hun gebied willen verbreiden. De godsdienst zorgt als bindmiddel namelijk voor meer eenheid.

  • De Engelse Willibrord komt rond 690 n. Chr. het christendom prediken. Er worden kerken gebouwd. De bekende Bonifatius sticht tijdens zijn leven meerdere kerken en naar men aanneemt heeft hij tussen 719 en 722 n. Chr. te Woerden een kerkje gesticht. Woerden wordt dan Wyrda genoemd.
  • In het goederenregister van de Sint-Maartenskerk in Utrecht (900 – 948) staat vermeld dat in Wyrda alle bezittingen van het voormalige Castellum nu eigendom van de kerk zijn.
  • Het zwaard, gevonden in het graf van een onbekende edelman. wordt gedateerd ergens tussen 700 – 740 na Chr.
Een Frankisch edelman
met zwaard
  • In de Middeleeuwen (500-1500) neemt de adel een prominente plaats in. Een zwaard is een teken van macht en aanzien. Alleen de adel had het recht om een zwaard te dragen.

Subjectieve informatie

In de tochtige ruimte verspreiden flakkerende toortsen een spookachtig licht. Rond het ziekbed van heer Bertrand hebben zich zijn naaste familieleden verzameld. De edelman ligt met hoge koorts te woelen en te draaien. Van tijd tot tijd zakt hij weg in bewusteloosheid. Na een bloedig treffen met de Friezen is hij gewond teruggebracht naar Wyrda.

De chirurgijn heeft de pijl uit zijn borst gehaald maar kon niet zeggen wat voor gif er op de pijlpunt zat. De situatie verslechtert met het uur. Een groepje ridders is er op uitgestuurd om de lijfarts van de hertog te zoeken. Die moet hier ergens in de buurt zijn, al weet niemand precies waar.

Plotsklaps wordt de deur opengeworpen. De grote waakhonden springen woest blaffend naar voren maar ze worden onmiddellijk teruggefloten. ”We hebben hem gevonden!” roept de aanvoerder luid. De familie maant hem tot stilte: “Ssstt…….er ligt hier een zeer ernstig zieke!”

De arts stapt uit het groepje mannen naar voren en loopt naar de patiënt. Hij kijkt, voelt zijn pols en schudt zorgelijk zijn hoofd. “Kunnen we dan helemaal niets meer voor hem doen?” snikt de gravin. De arts kijkt haar bedachtzaam aan, knikt en zegt: “Jazeker……….een priester halen!”

De in Woerden gevonden spatha

Het is nu alweer meer dan zeven jaar geleden dat heer Bertrand stierf. De periode na het overlijden van haar gemaal is zwaar geweest voor Ariane. Zij is regentes voor haar zoon Julian die voorlopig nog te jong is om de plaats van zijn vader in te nemen. Het valt niet mee om je als vrouw staande te houden in deze harde mannenwereld. Alles lijkt te draaien om politiek, macht en geld. Zelfs haar eigen rentmeester bleek uiteindelijk niet te vertrouwen. Financieel wanbeheer heeft geleid tot torenhoge schulden.

Meerdere landeigenaren hebben het moeilijk. Om haar heen ziet zij in toenemende mate hoe zelfs vrije boeren hun land verkopen aan kloosterorden. Ook zij heeft dringend geld nodig en dat is de reden dat zij Wynfreth van de Benedictijner orde heeft uitgenodigd voor een gesprek. Wijlen haar man had niets willen weten van het strenge, op Rome georiënteerde christendom, maar zij kan zich niet langer permitteren om kieskeurig te zijn. Het water staat haar, financieel gezien, tot de lippen.

Geestelijke Wynfreth is in een opperbest humeur. Met zijn reisgezelschap is hij vanuit Utrecht onderweg naar Wyrda. Het is voorjaar, de zon schijnt en alles staat in de knop. Kieviten, wulpen, scholeksters en grutto’s zijn druk aan het baltsen. De wereld om hem heen is vol leven. Dikwijls moppert hij op ‘dat land van mest en mist en modder’ maar nu lijkt het wel een aards paradijs.

Op uitnodiging van gravin Ariane, de weduwe van heer Bertrand, reizen zij naar het voormalige Romeinse fort aan de Oude Rijn. Terwijl zijn paard rustig voortstapt overdenkt Wynfreth zijn missie. Hij heeft altijd moeite gehad met het feit dat de Frankische edelen hun eigen bisschop-dynastieën vestigden. Het verspreiden van de zuivere christelijke leer kun je niet aan leken overlaten. Immers, iemand als heer Bertrand had het met de geloofsvoorschriften nooit zo nauw genomen.

Hoe vaak had hij, als missionaris, in het verleden al niet tevergeefs bij hem aangedrongen op de bouw van een kerk? Wynfreth wil het ware geloof verkondigen op de plek waar vroeger de Romeinen hun heidense goden aanbaden. Deze uitnodiging ziet hij als een teken. Wynfreth glimlacht in zichzelf en mompelt zachtjes: “Het is Gods wil dat ik daar een godshuis bouw.”

Veel tijd hebben Gravin Ariane en Wynfreth niet nodig om het eens te worden over de (ver)koop. Het voormalige castellum wordt eigendom van de Benedictijnen. Met behulp van fondsen van paus Gregorius II zal er al spoedig gebouwd kunnen worden. Even lijkt de bouwlocatie nog roet in het eten te gooien. Ariane wil absoluut niet dat het graf van Bertrand wordt verplaatst. Dan stelt Wynfreth voor om de kerk over het graf heen te bouwen zodat haar man voortaan rust in gewijde grond.

Zijn argument dat Bertrands lichaam verloren is maar dat zo zijn ziel zonder enige twijfel zal worden gered, geeft uiteindelijk de doorslag. De koopakte wordt getekend en daarmee is de gravin uit de financiële problemen.
In een bijlage van de akte wordt vastgelegd dat zowel zij als haar zoon Julian later naast Bertrand begraven zullen worden. De kerk te Wyrda is daarmee een van de eerste kerken die door de bevlogen missionaris wordt gesticht.
Eeuwenlang liggen zij ongestoord in hun graf. Maar dan wordt, dertien eeuwen later, hun rust alsnog verstoord.

Een bijdrage aan beleving

Je kunt je afvragen in hoeverre zo’n verhaal een rol speelt in de informatievoorziening rond het gevonden zwaard. Wordt het ook als fictief herkend? De gebeurtenissen rond heer Bertrand zijn verzonnen maar ze zijn wel gevat in de historische context van de vroege middeleeuwen. De structuur van het verhaal voegt spanning toe. Door in te spelen op zintuigen en emoties gaat de geschiedenis leven bij een breed publiek.

Het geeft de eigenaar van het zwaard een identiteit. De historische persoon Wynfreth in deze vertelling is de geschiedenis ingegaan als Sint Bonifatius. Deze geestelijke stichtte tijdens zijn leven inderdaad meerdere kerken en werd, zoals wij allen weten, uiteindelijk in 754 na Chr. bij Dokkum vermoord.

Een verhaal als dit geeft je als lezer of toehoorder de mogelijkheid om je te kunnen identificeren met mensen en hun levensomstandigheden uit de achtste eeuw. Ik ben er van overtuigd dat het Frankische zwaard hierdoor aandachtiger wordt bekeken en dat de feiten ook beter worden onthouden.

Storytelling is een communicatiemiddel waarbij je de lezer of luisteraar wilt inspireren en raken. Binnen de wereld van de retorica gaat het om de ‘kunst van het overtuigen’ waarbij het draait om wat je wilt bereiken met je verhaal. De toevoeging van subjectieve informatie rond een archeologische vondst kan fungeren als alternatief platform om bij kunst en geschiedenis betrokken te raken. Mensen zonder veel belangstelling hiervoor kunnen er wel degelijk iets van opsteken.

Als storytelling bijdraagt aan meer beleving, en relevant is voor educatieve vorming, kun je naar mijn idee spreken van een aanvullende bron van informatie. Tegelijkertijd bestaat het gevaar dat objectieve wetenschappelijke kennis wat ondergesneeuwd raakt en hierdoor minder serieus wordt genomen.
Om die reden denk ik dat de verschillende informatiebronnen steeds als zodanig goed herkenbaar moeten zijn. Indien ze naast elkaar bestaan kunnen feiten en fictie elkaar versterken.

Beeldrecht

Alle afbeeldingen zijn van internet gehaald, behalve die van het zwaard. Deze komt uit de collectie van het Stadsmuseum. De beelden dienen ter ondersteuning van de tekst en worden gebruikt voor educatieve doeleinden.

logo Creatief Centrum Woerden

Onderzoek Creatief Centrum Woerden gereed

Na een onderzoek van ongeveer een jaar naar de oprichting van een Creatief Centrum Woerden is het het onderzoeksrapport nu gereed. De belangrijkste conclusie is dat er veel belangstelling is voor de oprichting van een Creatief Centrum Woerden.

Verschillende keren hebben we hier al bericht over de actie van KUNSTaandenRIJN om te komen tot de oprichting van een Creatief Centrum Woerden en over de opgerichte initiatiefgroep.

De eerste belangrijke opdracht van de groep is om onderzoek te doen naar de kansen van een CCW voor Woerden. Het onderzoek is inmiddels afgerond. We hebben commentaar ontvangen van zeer gewaardeerde meelezers en binnenkort zullen we overgaan tot publicatie. Het eindrapport is hier te lezen: https://issuu.com/kunstaandenrijn/docs/onderzoeksrapport-ccw-02

De belangrijkste conclusies

De hoofdconclusie van het onderzoek is dat er veel belangstelling is voor een CCW en dat velen mogelijkheden zien om in een CCW te werken of met een CCW samen te werken. Het rapport bevat een uitgebreide opsomming van alle suggesties die we uit de Woerdense creatieve gemeenschap hebben ontvangen.

Wij hebben natuurlijk ook nagedacht over praktische scenario’s om een CCW te realiseren. Volgens de initiatiefgroep biedt het scenario om te starten zonder fysiek gebouw of met een beperkte ruimte de meeste kansen. In dit scenario worden vanuit KUNSTaandenRIJN/CCW allerlei activiteiten georganiseerd die bijdragen aan het toekomstbeeld. Dit scenario wordt het sterkst als er samengewerkt kan worden met andere organisaties of personen die het toekomstbeeld delen. Het Creatief Centrum Woerden wil faciliteren en niet per sé zelf activiteiten organiseren. Dat laatste laten we graag over aan de spelers in de Woerdense creatieve scene.

Plan gehonoreerd voor Woerden 650 – Taal en Teken

In 2022 wordt Woerden een feeststad. Op 12 maart 2022 is het 650 jaar geleden dat Woerden stadsrechten kreeg. De voorbereidingen zijn in volle gang. Woerden650 heeft de Woerdenaren uitgenodigd om nieuwe ideeën aan te dragen. Dat heeft KUNSTaandenRIJN natuurlijk ook gedaan. Wij hebben het plan Taal en Teken ingediend. In maart 2020 hoorden we dat de organisatie van Woerden650 een positief besluit heeft genomen over het plan.

Aanmelden om mee te doen is op dit moment nog niet mogelijk, dat volgt later dit jaar.

We hopen nog een sponsor te vinden om een boekje met de resultaten te kunnen drukken. Dat zou een mooie tastbare herinnering zijn aan het feestjaar.

We zijn van plan om in dit project verbindingen te maken. Verbindingen tussen schrijvers en tekenaars in Woerden. We gaan koppels vormen van schrijvers en tekenaars. Zij maken vervolgens samen een geïllustreerd kort verhaal.

Wij richten ons op de toekomst van Woerden. Bouwend op het rijke verleden is het thema:

‘Woerden, wordt vervolgd’

Iedere Woerdenaar kan meedoen. Veertig personen (twintig tekenaars en twintig schrijvers) krijgen de kans hun vaardigheid in schrijven of tekenen te ontwikkelen onder leiding van een professionele docent. Wij zijn van plan daarvoor samen te werken met Marijke Abbink en Winny van Rij. Andere deelnemers werken zelfstandig.

We werden zo enthousiast van het idee dat we alvast een voorproefje hebben gemaakt.

Het eerste tekenverhaal van Woerden, wordt vervolgd….

Tekst: Winny van Rij, tekening: Elly Waterman

Ik wandel door Woerden, langs de ‘Oude Rijn’ in het centrum, of wat er van over is. Een brug weerspiegelt in het water, danst voor mijn ogen, een fata morgana. Het is warm deze zomer. De terrasjes zijn gelukkig weer open en mensen zitten gezellig bij elkaar. De afstand tussen de tafeltjes is nog steeds royaal sinds de Corona-uitbraak van vorig jaar. Zelf strijk ik neer op het gras aan de Singel in het Westdampark om na te denken over onze stad die volgend jaar iets te vieren heeft.

Ik stel me voor dat het oudejaarsavond 2021 is. Over tien minuten is het zover. Dan luiden bij wijze van uitzondering eenmalig weer de klokken van de Bonaventurakerk, wordt de speciale vlag gehesen, knallen de champagnekurken en klinkt het sissen van het mooiste siervuurwerk ooit in de Woerdense binnenstad. Het is feest, een heel jaar lang. Onze stad is namelijk al 650 jaar stad. Er ligt een heel verleden achter ons met Romeinen, kanonnen, verwoesting van de Petruskerk in rampjaar 1672. We werden heen en weer geslingerd tussen Zuid-Holland en Utrecht en maakten er het beste van. Veel verleden, maar wat is de toekomst?

Wat brengt Woerden mij in de toekomst? Ligt er over dertig jaar de brug die ik zo-even dacht te zien in de Rijnstraat of is er vooral KUNST aan den RIJN? Met wie zal ik over een jaar wandelen door Landgoed Bredius en even gezellig iets drinken op het pas geopende terras aldaar? Waar zal ik over tien jaar wonen? In een nieuwbouwhuis met tuin net achter het station waar ook Schrijfhuis Groene Hart zetelt? Zijn er weer kleine leuke ambachtelijke winkeltjes als tegengeluid van online shoppen? Is Woerden nog centraler met het grootste intercityknooppunt van het land? Of zorgt een nieuwe virusuitbraak ervoor dat de stad op sterven na dood is?
“Dat hoop ik toch niet,” roept de stad verontwaardigd.

Ik schrik op uit mijn overpeinzingen. De verhalen dringen zich op, het idee is geboren. Nu de rest van Woerden nog enthousiast maken om hun fantasie al schrijvend of tekenend te laten prikkelen voor ‘Woerden, wordt vervolgd…’.

De Peregrinus (gedeelte), Mariëlle van den Bergh

In het voetspoor van Bonifatius

Door George de Wrede

Tijdreis

Hebt u wel eens gehoord van ‘Kruistocht in spijkerbroek’? Het is de titel van een jeugdboek dat in 1973 werd geschreven door Thea Beckman. Zij vertelt hierin over de ‘Kinderkruistocht’ in 1212. Eigenlijk is het een verhaal dat geschikt is voor jong en oud. Niet voor niets werd het boek in 2005 succesvol verfilmd. Zonder teveel te verklappen, mocht u het niet kennen, is de hoofdpersoon een jongen die door een proef met een tijdmachine vanuit onze tijd ineens terecht komt in de dertiende eeuw en daar spannende
avonturen beleeft. Stelt u zich toch eens voor dat u zelf zo’n tijdreis zou kunnen maken, bijvoorbeeld naar de achtste eeuw; naar de tijd van Bonifatius. Lijkt u dat geen opwindend idee?

Bonifatius

Toen de basisschool nog ‘lagere school’ heette en de meesters en juffen regelmatig schoolplaten gebruikten om de leerstof Vaderlandse Geschiedenis over te dragen, maakte ik voor het eerst kennis met Bonifatius. Ik leerde over deze bisschop, martelaar en later heilig verklaarde geestelijke, dat hij één van de belangrijkste Angelsaksische missionarissen en kerkhervormers in het Frankische rijk was. Anno 2020 is het 1300 jaar geleden dat de reizende prediker naar onze streken kwam om hier de christelijke leer te verkondigen. Behalve Utrecht en omstreken zou hij ook Woerden hebben bezocht. Als mens is hij bevlogen en gepassioneerd maar als kerkelijk functionaris ondervindt hij de nodige tegenwerking.

Op 5 juni in het jaar 754 n.C. wordt hij, zo leerden wij destijds, nabij Dokkum vermoord. Ik herinner mij een afbeelding uit mijn geschiedenisboek waarop je kon zien hoe de oude grijsaard tevergeefs een bijbel ophoudt boven zijn hoofd om de slagen af te weren. Het boek bood echter geen bescherming tegen het zwaard dat een einde aan zijn leven maakte.

Tien textielkunstenaars geven u in de tentoonstelling “In den vreemde” in het Stadsmuseum van Woerdeneen verrassende kijk op het verhaal over leven en werk van Bonifatius. Aan de hand van een drietal kunstuitingen wil ik u daar graag iets over vertellen.

De Peregrinus

In één van de bovenzalen van Stadsmuseum Woerden ziet u de installatie van Mariëlle van den Bergh (Foto rechts boven). Een installatie als kunstwerk is een ruimtelijk beeld bestaande uit heterogene elementen, door een beeldend kunstenaar opgebouwd, uitgestald of opgehangen op een speciaal daarvoor uitgekozen locatie. De kunstenares toont ons onder meer een primitieve boot met een zeil op de rand van een zinken teil die is bekleed met gedrapeerd textiel. Het linnen dat zij voor het witte zeil gebruikt is meer dan 100 jaar oud. Het materiaal van de keramieken boot is op zo’n manier bewerkt dat er een ruwe ‘huid’ is ontstaan. De stoffen die Mariëlle gebruikt zijn met diverse garens ‘jacquard’ geweven en gebreid. Het is een weeftechniek waarmee ingewikkelde patronen in de stof geweven kunnen worden. Jacquard breiwerk is een techniek waarbij eveneens met verschillende kleuren wordt gewerkt. De gemêleerde tinten staan voor de sfeer van licht, lucht en water.

De titel van het kunstwerk verwijst naar de Perigrini van weleer. Dat zijn rondreizende monniken die naar onbekende gebieden vertrokken om heidense volkeren te bekeren tot het christendom. Bonifatius komt vanuit Engeland en reist met een schip dat is uitgerust met een linnen zeil dat wordt aangeduid met ‘carbasa.’

Op de bodem van de teil bevindt zich nog een bootvorm. Een beeld dat bij mij direct associaties oproept met het gevaar van een reis over zee. Maar Bonifatius laat zich niet door angst weerhouden en geeft gehoor aan zijn innerlijke drang. Mariëlle verbeeldt in haar werk zowel de tocht als de aankomst van Bonifatius in onze streken.

New Gold Dream

New Gold Dream, Alexandra Drenth

In de achterste zaal hangt tegen de wand het werk van Alexandra Drenth. Het is van oorsprong een liturgisch priestergewaad. De panden van deze mantel zijn naar buiten toe open geklapt waardoor men als beschouwer de binnenkant ziet. De vorm nodigt uit tot kijken!

En voor dat bekijken kunt u maar beter even de tijd nemen. Een mens komt ogen te kort om deze explosie van vorm en kleur in korte tijd te kunnen opnemen. Behalve letters, mandela’s, vogels, bloemen en planten zijn er ook grotere dieren te zien. Men ziet menselijke gezichten waaronder een portret van Jezus maar ook afbeeldingen van poppen. Naast fantasievormen zijn er natuurgetrouwe afbeeldingen van poserende dames.

De diverse samengebrachte stoffen zijn allemaal met de hand genaaid. Het borduurwerk is een techniek die uitstekend past in die lange traditie van het versieren van weefsels. Volgens de kunstenares verleent juist de imperfectie van handwerk het kunstwerk een eigen signatuur. De gekozen kleuren zorgen voor verschillende soorten contrast zoals, primair, complementair, licht/donker, en dergelijke.

De titel van het kunstwerk verwijst, behalve naar een nummer van de Schotse band Simple Minds, naar gevoelens die je leven verrijken. ‘Gold’ zou daarbij kunnen staan voor iets dat je zo dierbaar is dat het voelt als (geestelijke) rijkdom. Alexandra doelt naar eigen zeggen daarmee op de overweldigende liefde voor God die Bonifatius van binnen voelde en ‘koste wat het kost’ moest uitgedragen.

Het heidense geloof van de Germaanse volkeren zal ongetwijfeld voor heel veel angsten hebben gezorgd. Ik ben van mening dat wij niet moeten onderschatten hoe bevrijdend die nieuwe leer voor de bekeerlingen moet zijn geweest. De blijdschap van het geloof heeft de kunstenares op treffende wijze verbeeld.

De martelaar

De martelaar, Hanneke van Broekhoven

In dezelfde zaal vindt u het werk van Hanneke van Broekhoven. Op een achtkantige houten sokkel ziet u een ruimtelijk beeld. Het kunstwerk toont het onderstel van een mens met de bovenkant van een kale boom.

Deze ‘boommens’ roept bij mij direct associaties op met het verhaal uit de Griekse mythologie waarbij Apollo de nimf Daphne achtervolgt die vervolgens angstig om hulp smeekt bij de riviergod Peneus. De laatste verandert haar snel in een laurierboom waardoor zij ontkomt aan haar belager.

Hanneke daarentegen gebruikt eikenhouten takken voor haar creatie en brengt dit samen met het naakte lijf van een man. De schaamstreek laat hierover geen enkele twijfel bestaan. Met behulp van textiel en naaiwerk heeft zij globaal voeten, benen, buik en borst gemodelleerd. De takken zijn grotendeels met witte stof omwonden. Enkelen lijken op opgeheven armen. Het naaiwerk is inclusief rafelrandjes en losse draadjes hetgeen bijdraagt aan een doorleefde uitstraling.

De titel verwijst naar het feit dat Bonifatius als martelaar de geschiedenis is ingegaan. De bloedrode kraaltjes die her en der het wit verlevendigen verwijzen naar de gewelddadige wijze waarop hij door zijn belagers is vermoord. De kunstenares kiest niet voor een eenduidige betekenis. Om de Friezen te overtuigen van hun dwaalleer had Bonifatius hun heilige eikenboom omgehakt. Deze boom stond symbool voor de verering van de Germaanse god Donar.

Waar de eik het als heiligdom moest ontgelden zou je kunnen stellen dat de missionaris later eenzelfde lot wachtte. Zowel de eik als de prediker zijn in feite beiden slachtoffer geworden van een fanatieke geloofsovertuiging.

Uw reis

Mijn bezoek aan deze expositie voelde als een reis door de tijd. Ik zag Bonifatius achtereenvolgens als onverschrokken reiziger, enthousiast prediker en ten slotte als martelaar. Uw reis zal anders zijn omdat u uw eigen accenten legt. Echter alle tien de kunstenaars willen in hun kunstwerken u vooral de kracht van verbeelding laten zien.

Door met aandacht te kijken, vragen te stellen en antwoorden te vinden kunt u, ook zonder tijdmachine, een fantastische reis maken.

Bronnen

Catalogus bij deze expositie, uitgegeven door Stadsmuseum Woerden

Expositie

In den vreemde, Stadsmuseum Woerden, 08-09-2020 – 10-01-2021