Door George de Wrede
Is het niet wonderlijk dat een mens zich bepaalde herinneringen uit het verleden, die in het geheugen liggen opgeslagen, pas weer voor de geest kan halen als er een andere gebeurtenis plaatsvindt? Dit overkwam mij toen ik in de krant een overlijdensbericht las. Ik doel op het overlijden van kunstenaar Ido Pieter Vunderink (1935 – 2021).
De kunstschilder van Het Groene Hart stierf deze zomer op 86- jarige leeftijd. De diverse media brachten het nieuws. Gedurende Ido’s lange arbeidzame leven werd in ruime mate aandacht besteed aan zijn kunstenaarschap. Meest compleet is zonder enige twijfel de biografie van de hand van Cees Straus. Persoonlijk lees ik dergelijke levensbeschrijvingen graag omdat het je als lezer dichter bij de mens en zijn kunstuitingen brengt. In het onderstaande wil ik u kond doen van een bijzondere ontmoeting die ik ooit, samen met mijn goede vriend Roel van der Bij, had met de kunstenaar uit de Meije.
Het was in de tijd dat Gerrit Luidinga als voorzitter van onze Kunstkring, Ido had overgehaald om lid te worden van de vereniging. De aanwezigheid van zo’n grote kunstenaar in je midden kon immers alleen maar een goede invloed hebben op het werk van de andere leden? En inderdaad, Ido verzorgde boeiende avonden waarbij hij er niet tegenop zag om, vanuit zijn woonplaats, grote aantallen schilderijen mee te nemen. Bijgestaan door connaisseur Frans Lander werd nader ingegaan op vorm en inhoud. In die dagen resideerde de Kunstkring nog in de Havenstraat te Woerden en waren er tijdens exposities openingsuren voor het publiek. Individuele leden hielden bij toerbeurt toezicht als gastheer/vrouw annex suppoost. Maar vooral bij slecht weer bleven de bezoekers weg en had je als ‘oppasser’ alle tijd van de wereld om de tentoongestelde werken nauwkeurig te bestuderen.
Ik vermoed dat juist daar mijn fascinatie voor de abstracte landschappen van Ido is ontstaan. Zijn werk: “Rivier de Meije” (zie afb.) bracht mij in vervoering omdat dit doek qua zeggingskracht sterk appelleerde aan het gevoel dat ik kreeg als ik langs deze rivier fietste.
Op zo’n middag zonder bezoekers kon ik de schildering van dichtbij bekijken en analyseren. Ik kwam tot de conclusie dat dit olieverfschilderij met zijn blauwe, groene en turquoise vlakken in al zijn eenvoud een absoluut meesterwerk was. Overmoedig geworden door Ido’s lidmaatschap van dezelfde vereniging zette ik als ‘collega’ mijn bevindingen op papier en stuurde het epistel naar hem op. Vervolgens gebeurde er lange tijd niets en vergat ik mijn eigen vrijpostigheid als zelfbenoemd kunstcriticus. Groot was mijn verrassing toen op een avond de telefoon ging en Ido met zijn raspende stem zijn waardering uitsprak voor mijn beeldonderzoek. We hadden een leuk gesprek over het verschil tussen zien en kijken en aan het eind nodigde hij mij uit om eens bij hem langs te komen.
Natuurlijk was ik vereerd maar ik durfde toch niet op zijn uitnodiging in te gaan. Ach, ziet u het al voor zich? Op een regenachtige avond aanbellen bij de poort van zijn landgoed en dan melden: “Hallo Ido, ik ben een bewonderaar van jou, mag ik even binnenkomen?” Enfin, u begrijpt het al; het kwam er domweg niet van. Vermoedelijk was ik niet de enige met een ‘Kleinduimpje complex’ want tegenover Roel van der Bij klaagde Ido dat er van de vereniging nooit eens iemand bij hem op bezoek kwam. Ido daarentegen liet zich op de Kunstkring ook steeds minder zien dus van de gedroomde kruisbestuiving kwam weinig terecht. Toch had Ido wel degelijk belangstelling voor de verrichtingen van andere leden! Dappere Roel besloot op goede dag de stoute schoenen aan te trekken en met een map vol foto’s van zijn eigen werk af te reizen naar galerie ‘Vermeije’ te Zegveld. Daarbij nodigde hij mij uit om hem te vergezellen. Aldus vertrokken wij als ‘kunstbroeders’ samen naar Zegveld. Kunt u zich nog de journaalbeelden op tv herinneren van het bezoek van toenmalige premier Jan Peter Balkenende en zijn vroegere minister van Buitenlandse zaken Jaap de Hoop Scheffer aan het Oval Office te Washington? Zichtbaar ongemakkelijk en zwaar onder de indruk schuifelde dit gelegenheidsduo met onzekere tred door de magische ruimte van het Witte Huis. Wat ik mij van de eerste ogenblikken herinner toen Roel en ik, Ido’s heiligdom betraden komt sterk overeen met het gevoel dat die twee bewindslieden gehad moeten hebben bij hun visite aan George W. Bush. Alleen al de afmetingen van Ido’s atelier/expositieruimte met die imposante marmeren vloer maakt een mens verlegen.
Aan de wand hingen, mooier uitgelicht dan in elk willekeurig museum, enorme doeken van eigen makelij. Hoe zou een mens niet onder de indruk kunnen geraken van dat immense terrein met die aparte ruimte voor de salon? Ascetisch ingericht gelijk een klooster met stenen plavuizen, lederen banken en een enorme open haard. Ramen van vloer tot aan het plafond bieden je een panoramisch uitzicht op het omringende landschap. Pas daar besefte ik hoe futiel mijn lofzang op dat ene schilderij in Ido’s oren moet hebben geklonken. Maar ook Roel’s meegebrachte fotoboek zag ik steeds dieper verdwijnen tussen de kussens van de bank. Zowel Ido als zijn levenspartner Lex deden er alles aan om ons op ons gemak te stellen. We werden gastvrij onthaald met koffie en gebak en later volgde nog een goed verzorgde lunch. Ido nam alle tijd. Hij was vol belangstelling voor onze activiteiten als ‘semiprofessioneel’ kunstenaar en bekeek met aandacht de foto’s van het werk van Roel. Zijn opbouwende kritiek sneed hout.
Tot mijn verbazing hechtte hij, bij het bekijken van een groot doek aan de wand, veel waarde aan mijn mening als beeldbeschouwer. Ik vertelde hem dat ik lesgaf en mijn leerlingen leerde om uitingen van beeldende kunst te onderzoeken. Later volgde nog een rondleiding op de zolderverdieping waar ontelbaar veel schilderijen in rekken stonden opgeslagen. Hij vertelde dat hij de realistische portretten vooral maakte om aan de buitenwacht te laten zien dat hij zijn vak verstond.
De schilder is niet meer maar zijn kunst leeft voort tot op de dag van vandaag! De portretten die hij van zijn moeder heeft gemaakt zijn nog even virtuoos. Maar is het niet absurd dat kunstenaars die bij voorkeur abstract werken niet zelden het verwijt naar hun hoofd krijgen dat ze kunst maken die het ‘kleine zusje’ ook kan maken? Hoeveel mensen beseffen eigenlijk dat abstracte kunst misschien geen herkenbare voorstelling heeft maar nooit betekenisloos is? Ido had commercieel gezien veel succes. Hij verkocht zijn abstracte werken in binnen- en buitenland voor hoge bedragen. Maar geld betekent voor een kunstenaar slechts vrijheid.
De keerzijde van succes kende hij eveneens. Ik herinner mij nu weer als de dag van gisteren hoe wij in de late middagzon met een omhelzing afscheid namen van elkaar. In het pre-coronatijdperk mocht je je medemens tenminste nog aanraken. Uitgezwaaid en met het hoofd in de wolken reden we in opperbeste stemming terug naar Woerden. Anno 2021 lijken al die gebeurtenissen een eeuwigheid geleden. Ido maakte schilderijen om naar te kijken en hij wilde het beeld zelf zijn verhaal laten doen.
Vanuit een voortschrijdend inzicht zou ik een kunstschilder van zijn formaat nu nooit meer ‘lastigvallen’ met de analyse van één schilderij. Zo’n kunstwerk vormt voor een kunstenaar slechts een tussenstop op de route van zijn eigen ontwikkelingstraject. Kunstenaars zijn over het algemeen ook helemaal niet bezig met wat hun werk precies beduidt. De schrijver Godfried Bomans heeft dit fenomeen al eens treffend verwoord: “Een kunstenaar beeldt uit maar de interpretatie van het werk valt buiten zijn provincie”. Kunstkenners daarentegen die aan een breed publiek, in woord en beeld in begrijpelijke taal kunnen uitleggen hoe knap zo’n kunstwerk in elkaar zit zijn zeldzaam. Zij bewijzen onervaren kijkers beslist een dienst. Maar kennis en inzichten van een beeldonderzoek dienen vooral een educatief doel. Daarbij geldt overigens dat je kunst niet op een foto maar in het echt moet zien.
Ido’s werk kun je op veel plaatsen tegenkomen en voor het bekijken van een heel groot schilderij hoef je niet eens zo ver. In het gemeentehuis van Woerden hangt zijn laatste schildering. Het betreft een doek van maar liefst 3 bij 4 meter. Dit kunstwerk is een abstracte weergave van de natuur in het Groene Hart. Het landschap in zijn eigen achtertuin inspireerde de kunstenaar bij het maken van dit megaschilderij. De schilder voltooide het werk drie jaar voor zijn dood en liet daarmee een kolossaal visitekaartje achter. Ook hier voeren blauw en groen, als ‘n verwijzing naar gras en lucht, de boventoon. De titel van het werk luidt toepasselijk: “Het Groene Hart.” Ach, er valt zoveel te vertellen over dat schilderij maar ik vermeed bewust om een afbeelding van het kunstwerk aan mijn tekst toe te voegen. Waarom vraagt u zich af? Het antwoord luidt dat een afbeelding van zo’n magistraal werk niet meer is dan een slap aftreksel van het origineel. Om een kunstwerk als dit echt te kunnen beleven is het beter dat u gaat kijken!
Aanbevolen literatuur:
- Ido Vunderink, Cees Straus, ISBN 90-5349-303-4 D/1999/0012/11
- In memoriam op website van de Kunstkring, door Theo Aarsen
Wat een mooie omschrijving van ons bezoek en eerbetoon aan IDO. Na ons bezoek altijd een fijn contact behouden met Ido en Lex. R.I.P. Ido – mooi mens….groot kunstenaar…….
Ja Roel, het was zeker een bijzonder persoon, prachtige schilderijen, wat een gevoel voor kleur en vorm. Ik heb hem ooit opgezocht, en vond het ook heel indrukwekkend om zijn atelier te zien en met hem te praten. Ik kreeg zelfs twee mooie boeken mee naar huis over zijn werk.
Elly Ido was altijd bij onze exposities, vol
van interesse en oprechte belangstelling. Wij hebben hem gemist deze keer. Maar fijn dat jij er was……